maandag 2 juli 2012

4. Het lichaam verheerlijkt

(Deel 4 van 12, volledige artikel staat hier....).
De naam ‘Theologie van het Lichaam’ op zich is al problematisch, immers, ‘Theos’ is Grieks voor 'God' en ‘logos’ is Grieks voor 'woord' of 'leer'. In de theologie draait het dus allemaal om God en niet om de mens en zijn lichaam, waarvoor in de TvL juist een centrale plaats wordt ingeruimd.
Volgens de TvL werd Adam zich door zijn lichaam ervan bewust mens te zijn, zijn lichaam is wat hem onderscheid van de andere levende wezens, van de dieren[1]. Dit is een vreemde constatering, een aap heeft ook een lichaam, waarom is een aap dan geen menselijke persoon? Het hebben  van een lichaam is toch geen onderscheidend kenmerk?  Evolutionisten willen ons doen geloven dat de mens een doorontwikkelde aap is, maar dit is toch in tegenspraak met de H. Schrift. Het wezenlijke onderscheid tussen mensen en dieren is immers dat de mens een onsterfelijke ziel heeft, iets dat dieren niet hebben, dàt is het wezenlijke verschil.

Ook binnen het huwelijk heeft het lichaam een centrale plaats[2]. Zo heeft audiëntie nummer 17 als titel: “Het geven van het lichaam vormt een authentieke gemeenschap.” Volgens de TvL wordt het huwelijk eerst en vooral gevormd door het één vlees worden, waarbij dit één vlees worden met name slaat op de geslachtelijke eenwording van man en vrouw. Dit is in tegenstelling met wat de Kerk altijd geleerd heeft en zoals het bijvoorbeeld is samengevat in Casti Connubii van Paus Pius XI: “Door het huwelijk worden dus de zielen verbonden en samengesmolten, en dat wel eerder en sterker nog dan de lichamen; en dat niet als gevolg van een voorbijgaande opwelling van de zinnen of vluchtige neiging van het hart, maar als gevolg van een weloverwogen en vast besluit van beider wil; en uit deze samensmelting van de zielen ontstaat krachtens Gods bestel de heilige en onverbreekbare band.[3]

Door de lichamelijke eenwording van man en vrouw tot centrum en essentie van het huwelijk te maken wordt het huwelijk van de heilige familie ongeloofwaardig. Hun huwelijk is dan immers geen volwaardig huwelijk meer, omdat het niet geconsummeerd is, er heeft geen geslachtsgemeenschap plaatsgevonden. Maar een huwelijk is er niet afhankelijk van of het al dan niet geconsummeerd wordt,  voorwaarde is wel dat beide elkaar het recht geven op hun lichaam, maar wanneer beide er vrijwillig mee instemmen om af te zien van geslachtsgemeenschap is het huwelijk desondanks geldig.

In de TvL is het ook het lichaam dat naar Gods beeld geschapen is, in het lichaam(elijke) lijkt de mens op de Drie-eenheid[4]. Een bizarre gedachte, aangezien God Geest is en geen lichaam heeft. De ouderen  onder u hebben misschien nog de oude Schoolcatechismus uit het hoofd moeten leren, daar staat: “De ziel is geschapen naar het beeld en de gelijkenis van God, doordat ze begaafd is met verstand en wil, en geroepen tot het bovennatuurlijk leven van de genade.” Ook St. Thomas zegt heel uitdrukkelijk dat het de ziel is die op Gods beeld gelijkt, hij verwijst hierbij naar Efeze 4 vers 23 en 24: “gij moet u vernieuwen naar de inwendige geest;  gij moet den nieuwen mens aantrekken, die naar Gods beeld is geschapen in ware gerechtigheid en heiligheid.”[5] Twee heel andere uitgangspunten dus dan die van de TvL, die zegt dat het lichaam naar Gods beeld is geschapen.

Dit ‘beeld van God zijn’ wordt bij de TvL dus sterk ingevuld vanuit de lichamelijkheid, zo zegt een uitlegger van de TvL op Radio Maria (in lijn met wat JPII leerde):  “De totale gave bij de mens is dus dat ‘één vlees’ worden. De geslachtsdaad  krijgt daardoor een enorm positieve duiding in de Theologie van het Lichaam: juist op dat moment zijn man en vrouw misschien wel het meest ‘beeld van God’….. De eenheid die in de hemel beleefd wordt is oneindig veel groter als de eenheid die man een vrouw in de lichamelijke seksualiteit kunnen beleven. Wat niet wegneemt dat de seksuele eenwording van man en vrouw in de geslachtsdaad al wel als een hemelse ervaring kan gelden, daar tenminste al sterk aan doet denken. De seksuele eenwording op aarde is de icoon van de hemelse eenwording met God.”[6] Wanneer man en vrouw het meest beeld van God zijn wanneer ze in de geslachtsdaad één zijn, kan een priester nooit even sterk ‘beeld van God zijn’, aangezien hij nooit geslachtsgemeenschap met een vrouw heeft. En de geslachtsdaad een hemelse ervaring noemen is een vreemde gedacht, omdat het huwelijk en dus ook de geslachtsgemeenschap in de hemel zal hebben afgedaan (Mar. 12, 25). Dat het hebben van gemeenschap hemels is zullen Moslims vast wel beamen, die hopen immers op 72 maagden in de hemel. En vele afgoden, zoals de goden van de Grieken, waren seksgoden en tempels een soort bordeel. Maar het Christendom is in dit opzicht altijd geheel anders geweest. De Christen weet dat hij zijn vlees met de vleselijke begeerten moet doden en zo onthechten van het aardse genot en zich voorbereiden op de hemel, op de ontmoeting met Zijn Heer (Rom. 7, 7-8; Kol. 3, 5; 1 Joh 2, 16 enz.).
Ook een andere uitlegger van de TvL ziet de seksualiteit als goed en als weerspiegeling van het beeld van God zijn: “Seksualiteit zoals in de oorsprong beleefd, is de meest diepe ervaring van eenheid tussen man en vrouw, zowel geestelijk als lichamelijk. Het is een direct beeld van God.” En “Johannes Paulus II zegt dan ook, dat wanneer man en vrouw éénworden in de huwelijkse daad, zij elke keer op een speciale manier het mysterie van de schepping herontdekken.”[7]

In de TvL is de geslachtsdaad (binnen het huwelijk) op zichzelf goed[8], volgens bovenstaande uitleggers zelfs zo zeer dat de mens op dat moment misschien wel het meest beeld van God is, dit heeft grote consequenties. Het betekent namelijk dat de mens dat goed ook altijd mag nastreven, ook wanneer dit niet (kan leiden) leidt tot een zwangerschap, het nastreven van iets goeds is immers nooit verkeerd. Waarmee voorbehoedsmiddelen niet langer absoluut verkeerd zijn, immers het is niet verkeerd om een bepaald goed na te streven, ook wanneer hierin niet de uiterste consequentie van een erop volgende zwangerschap wordt aanvaard. Ook toepassen ‘Natuurlijke Familie Planning’ zonder dringende reden, NFP is bij goed gebruik nu even betrouwbaar is als de pil, is vanuit dit perspectief van TvL moreel prima te verdedigen.

Ook Protestanten zijn van mening dat seksualiteit op zichzelf iets goeds is. “Seksualiteit is door God geschapen, en daarom goed. Het is niet ongeestelijk om van seks te genieten!”[9] Het is vanuit dit standpunt bezien logisch dat protestanten tegen het celibaat zijn, immers hoe zou je bewust afstand doen van iets dat door God geschapen is en dat dus zeer goed is. Maar er zijn meer dingen die God geschapen heeft en die desondanks niet perse nastrevenswaardig zijn, zoals urineren, wat ook geschapen is, maar daarmee nog geen goed werk is. Of zoals eten en drinken een natuurlijk goed is, wat noodzakelijk is voor het onderhouden van ons lichaam, maar het is geen goed werk dat we als gelovige moeten nastreven, maar daarentegen maakt vasten wel deel uit van een heilig en vroom leven. Om die reden is het (tijdelijk) afzien van eten of luxe passend bij het leven van de Christen, zoals ook het (tijdelijk)afzien van geslachtsgemeenschap binnen het huwelijk past bij een toegroeien naar  de God (1 Cor. 7, 5).


[1] 6e audiëntie: “De analyse van de jahwistische tekst geeft ons bovendien de mogelijkheid om de oorspronkelijke eenzaamheid van de mens te verbinden met het zich bewust zijn van zijn lichaam waardoor de mens zich van al de "animalia" onderscheidt en zich van hen losmaakt, en waardoor hij een persoon is.” 24 oktober 1979, nr. 3.
7e audiëntie: “Het alternatief tussen dood en onsterfelijkheid dat volgt uit Genesis 2, 17 stijgt boven de essentiële betekenis van het lichaam van de mens uit in die zin dat het niet alleen slaat op de eschatologische betekenis van het lichaam maar van het mens-zijn als zodanig, in zijn onderscheiden-zijn van alle levende wezens, van de 'lichamen'. Maar dat alternatief betreft wel op een heel speciale manier het 'uit stof van de aarde' geschapen lichaam.”, oktober 1979, nr. 4.
[2] 15e audiëntie: “Die vrijheid ligt juist ten grondslag aan de echtelijke betekenis van het lichaam. Het menselijk lichaam met zijn sekse, zijn mannelijkheid en zijn vrouwelijkheid, is in het mysterie van de schepping gezien niet alleen een bron van vruchtbaarheid en voortplanting, zoals in heel de orde van de natuur, maar houdt van 'het begin' af het attribuut 'echtelijk' in, dat wil zeggen het vermogen om liefde uit te drukken, juist die liefde waarin de mens als persoon gave wordt en - door die gave - de eigenlijke betekenis van zijn 'zijn' en 'bestaan' verwezenlijkt.” En “De openbaring en de ontdekking van de echtelijke betekenis van het lichaam verklaren het oorspronkelijke geluk van de mens en openen tegelijkertijd het perspectief van zijn aardse geschiedenis, waarin hij zich nooit zal onttrekken aan dit onontbeerlijke 'thema' van zijn eigen bestaan.”, januari 1980, nr. 1 en 5.
[3] CASTI CONNUBII, Inleiding, Hoofdstuk 2, nr. 9, http://www.rkdocumenten.nl/rkdocs/index.php?mi=600&doc=526
[4] 9e audiëntie: Bij de gemeenschap van personen verkrijgt de mens het ‘beeld van God’, “In die eerste uitdrukkingswijze van de mens, 'vlees van mijn vlees', ligt ook een verwijzing opgesloten naar de reden waarom het lichaam echt menselijk is en dus naar dat wat de mens bepaalt als persoon, dat wil zeggen als wezen dat ook met heel zijn lichamelijkheid 'op God gelijkt'.”, 14 november 1979, nr. 4.
[6] Miniserie Theologie van het Lichaam op Radio Maria door Vincent Kemme
[7] Stefan van Aken en Lisette van Aken- de Graaf, ‘Menselijke liefde in het plan van God’, Pag. 25 en 26 en 10e audiëntie 21 november 1979, nr. 2
[8] De echtelijke betekenis van het lichaam (het één vlees worden) maakt immers deel uit van het oorspronkelijke scheppingsplan dat de mens gelukkig maakt: “De openbaring en de ontdekking van de echtelijke betekenis van het lichaam verklaren het oorspronkelijke geluk van de mens en openen tegelijkertijd het perspectief van zijn aardse geschiedenis, waarin hij zich nooit zal onttrekken aan dit onontbeerlijke 'thema' van zijn eigen bestaan.”, 15e audiëntie: januari 1980, nr. 1 en 5.
9e audiëntie: “De mens wordt niet zozeer beeld van God op het moment van de eenzaamheid maar eerder op het moment van de gemeenschap….. En dat is zo, omdat die eenheid die door het lichaam verwezenlijkt wordt, van het begin af niet slechts op het 'lichaam' wijst, maar ook op de 'geïncarneerde' gemeenschap van personen.”, november 1979, nr. 3 en 5

Geen opmerkingen: